De kans is groot dat je Malik Mohammed (30) tegenwoordig ergens gespot hebt. Op je tv, als acteur en scenarist, al dansend op het podium, of vlak voor je neus tijdens zijn eigen voorstelling. Boom is waar hij vandaan komt. Hier ging hij op zoek naar wie hij was en wat hij uiteindelijk zou doen met al die creativiteit. Bijvoorbeeld een glansrol spelen in de populaire serie ‘Dertigers’.
“Momenteel ben ik bezig met de opnames van het tweede seizoen van Dertigers. Dat voelt helemaal niet als werken aan. We zijn zo close geworden, dat het eerder lijkt op wat rondhangen met vrienden, of zelfs familie. Dat betekent heel veel voor mij. Ik acteer heel graag, en op deze set, met deze intieme sfeer, geven ze me bovendien genoeg ruimte om mezelf te ontplooien als acteur.”
Je speelde ook mee in andere series als ‘Spitsbroers’ en ‘De Luizenmoeder’. Voel je nog enige druk wanneer je een personage neerzet, of een andere creatieve kant van jezelf wilt tonen aan de wereld?
“Doordat de vorige groep ‘Dertigers’ zo’n succes was, zeker wel. Maar ik kan alleen maar hopen dat ik het goed doe. Maar zo denk ik over alles, ongeacht hoe groot of klein een productie is. Ik ben mijn eigen grootste criticus, zoals ze wel eens zeggen (lacht). Een beetje meer loslaten zou me goed doen. ’t Is niet gemakkelijk om mezelf bezig te zien of te horen. Ik mag er gerust meer op vertrouwen dat mensen rondom mij écht zeggen wat ze van mijn performances vinden, ze zullen wel eerlijk zijn. Kritisch blijven moet, en dan gewoon proberen om het een volgende keer anders aan te pakken en het beter te doen.”
Is creatieve leerproces telkens anders? Zien we bijvoorbeeld een andere Malik op het scherm dan op het podium of als schrijver/scenarist?
“Ik vergelijk het vaak met veranderen van kledij. Soms heb ik zin in een comfortabele jogging met sneakers. Andere keren trek ik klassiekere outfits aan. Maar dat wil niet zeggen dat het ene beter is dan het andere. Ik heb er dan gewoon zin in. Dat is op artistiek vlak net hetzelfde. Heb ik zin om te dansen, dan ben ik een danser. Als creative laat ik het gewoon op me afkomen. Er zijn heel veel dingen die me inspireren: film, muziek, teksten… Wanneer iets mijn inspiratie triggert, dan laat ik me meeslepen. Ik help mezelf ook wel door constant wat anders te doen. Zo blijf ik die creativiteit stimuleren. Daarnaast speel ik ook voetbal, waardoor ik weer wat ruimte vrijmaak in mijn hoofd om creatief bezig te zijn. Misschien heb ik altijd wel wat nieuwe prikkels nodig. Een beetje uitdaging.”
Als kind verhuisde je samen met je moeder van Kenia naar België, en groeide je op in Boom. In hoeverre heeft hier wonen jou geprikkeld om je creatieve geest te ontwikkelen?
“Boom was mijn eerste thuis toen ik in België aankwam. We hadden alles achtergelaten om van nul te beginnen. Ik heb hier dus erg veel ontdekt als jong persoon. Mijn vrienden waarmee ik samen opgroeide, hebben een grote invloed gehad op wie ik nu ben. De momenten die ik met hen deelde, hebben dus ook mee mijn creativiteit ontwikkeld. Ik ging natuurlijk ook naar school hier. Van de culturele mix heb ik ook veel opgestoken.”
Wat zijn je fijnste herinneringen aan opgroeien in Boom?
“Tot mijn zeventiende heb ik in Boom gewoond. Ik voelde mij hier altijd veilig, kende iedereen. Ik speelde voetbal, maar het grootste deel van mijn jeugd spendeerde ik op het pleintje, aan Angora. Daar zat ik 24/7, bij wijze van spreken (lacht). Recht van school en meteen richting pleintje. Niet per se om te voetballen, maar gewoon om te chillen met vrienden. Heerlijk, gewoon kind zijn.”
Dus als jouw mama je kwijt was, dan kon ze je daar steevast vinden?
“En dan kwam ze tot het einde van de straat, of nog niet eens helemaal tot daar, en riep ze mijn naam. Dan wist ik: etenstijd of tijd om naar huis te gaan (lacht).”
Waar kunnen ze jou nu vinden als dertiger? Heb je nog een favoriete plek?
“Ergens bovenaan een klein heuveltje in De Schorre heb je een prachtig uitzicht. Vroeger geraakte je daar niet gemakkelijk, nu hebben ze dat toegankelijker gemaakt. Met mooie bankjes en een wandelpad. Daar ging ik vroeger hangen met mijn beste vrienden, of verstoppertje spelen, kampen bouwen… Dat was ons plekje, toen ik 12 of 13 jaar was. En het blijft mijn lievelingsplek. Soms ga ik er nog naartoe als ik me wat minder voel. Liefst in de avond, wanneer er bijna niemand is. Ik hou van mooie uitzichten en die kan je daar absoluut vinden. Hier kan ik nadenken, met een beetje muziek, en mezelf even verliezen. Gewoon kijken. Sommige vrienden met wie ik daarnaartoe ging, wonen ondertussen ook niet meer in België. Zet ik mezelf daar even neer, dan denk ik dus ook aan die vriendschappen.”
Je hebt een tijdje in Antwerpen gewoond, maar bent dan toch teruggekomen naar Boom. ‘Home sweet home’?
“Om een of andere reden zeiden mijn vrienden en ik vroeger tegen elkaar dat we uit Boom wilden vertrekken. Geen idee waarom. Want ik vind het hier fantastisch. Het gevoel of de herinneringen die terug naar boven komen wanneer ik bepaalde plekken passeer, dat is enorm fijn. Eigenlijk zou ik niet per se ergens anders willen wonen. Tenzij in een ander land waar het weer iets beter is (lacht). Maar in Boom zal ik me altijd thuis blijven voelen. Dat zal nooit weggaan. Net als de typische cafeetjes hier, zoals het Kelderke, ook die zullen hier altijd blijven (lacht).”